‘Mam, ik zoek de rekenmachine want die heb ik nodig bij het uitruimen van de afwasmachine’.

Het is alweer wat jaren geleden, ik denk dat mijn jongste zoon 8 jaar oud was, toen hij de rekenmachine inzette om te tellen hoe zwaar zijn taakje eigenlijk wel was.

‘Zo dat is dan 12’. Als een pietje precies wordt zo het aantal kopjes, bordjes en niet te vergeten messen en vorken nauwkeurig bijgehouden. Tegen het einde van het laatste bordje komt het. ‘Ik ben tot de conclusie gekomen, dat het om 73 stuks gaat’. ‘Best veel toch?’ vragend kijkt hij me met z’n grote blauwe ogen en blonde haren aan.

Mijn zoons hebben iedere week hun eigen taakje. De ene week doet de een de vaatwasser en de ander dekt de tafel. De andere week wisselen. Eerst werd er nog per dag gewisseld, maar toen dat dagelijks aanleiding werd voor ruzie, zijn we het in iets andere vorm gaan doen en dit werkt beter.

Het grappige is dat ik ongemerkt toch mee ga denken van ‘nou dat zijn aardig wat stuks bij elkaar waar je je zo dagelijks voor inspant’. Voor hem is het zijn manier om die saaie klus wat gezelliger en uitdagender voor zichzelf te maken.

Als coach van hoogbegaafde en sensitieve kinderen en volwassenen, zie ik het als een welkome vaardigheid om van saaie klussen thuis en op school iets uitdagends te maken. Het heeft te maken met veerkracht. Als die er is, helpt dat enorm.

Het is waardevol dat het kind ruimte voor krijgt voor eigen ideeën en invulling. Ruimte in beweging voor een eigen manier van doen en denken.
Het geeft het gevoel van: hé, ik mag er zijn!
Geduld, niet mijn grootste talent overigens, is wel nodig. Een vaatwasser uitruimen met een rekenmachine, vraag immers iets meer tijd.